Bibliotheek Oostland: 'Kijk bij gecijferdheid naar de dagelijkse context'
In Nederland zijn 2,5 miljoen mensen laaggeletterd, waarvan 2,1 miljoen moeite hebben met rekenen, of met de combinatie taal en rekenen. Hoe kunnen bibliotheken deze groep bereiken en ondersteunen? Dat onderzoeken we met een aantal bibliotheken in het project ‘Gecijferdheid telt mee’. We spraken erover met Taalhuiscoördinator Ilse van der Bilt en Manager Vakteam Volwassenen Esther de Wit van Bibliotheek Oostland. “Hoe gecijferd iemand moet zijn, is afhankelijk van de dagelijkse context. Wat is er nodig om de dagelijkse dingen te kunnen doen?”
Foto boven: Esther de Wit (links) en Ilse van der Bilt van Bibliotheek Oostland.
Stond gecijferdheid al op de agenda voor jullie deelname aan het project?
Esther: ‘Als bibliotheek erkenden we al langer dat er behoefte was, bij onszelf maar ook landelijk, om een stapje verder te zetten naast taal en digitaal. Het voelde als een logische stap om met gecijferdheid aan de slag te gaan. We zagen dat er al gecijferdheidsvragen speelden binnen de bibliotheek: mensen hadden af en toe moeite met klokkijken. Het vertalen ging dan wel, maar het echt begrijpen bleef uit.’
‘Ook was er al een taalmaatje bij ons bezig met het oefenen van het uitvoeren van kassahandelingen, zodat een deelnemer haar werk in de winkel beter kon doen. We zagen zo nu en dan ook een rekenvraag voorbijkomen in een aanmelding in het Taalhuis. Gecijferdheid kwam dus al wel naar voren en we hebben hier destijds ook al de eerste stappen in gezet. Maar we waren zoekende in de aanpak, de benadering en het vinden van de juiste naam voor wat je biedt. Meedoen aan het project ‘Gecijferdheid telt mee’ helpt ons daarin.’
‘Gecijferdheid is een van de basisvaardigheden en past bij het leven lang leren. En dat hoort bij de bibliotheek. Door ons laagdrempelige karakter denk ik dat wij dé plek zijn die inwoners kan ondersteunen bij hun algemene ontwikkeling en bij het vergroten van hun basisvaardigheden.
Ik sprak jullie in augustus 2021 voor het eerst over jullie deelname aan het project ‘Gecijferdheid telt mee’. Jullie waren toen bezig met het ontwikkelen van passend aanbod. Hoe staat het nu met de plannen?
Ilse: ‘We hebben het complete cursusprogramma ‘Leer omgaan met tijd en geld’ ontwikkeld. Acht bijeenkomsten, waarin deelnemers de eerste stappen zetten met het omgaan met tijd en geld. Het programma en al het materiaal ligt klaar. Daar zit ook een training bij voor vrijwilligers die de cursus gaan geven. Na verloop van tijd kijken we natuurlijk ook of er nog andere leerbehoeften zijn.’
‘Aanvullend hebben we ook een intakeformulier ontwikkeld bij deze cursus. Hierin staan vragen die onderzoeken hoe de rekenopvoeding van de deelnemer is geweest en welke herinneringen diegene heeft aan rekenen. Zo krijgen we in beeld wat het startpunt van iemand zou moeten zijn en de context. Dat helpt te trechteren naar de daadwerkelijke hulpvraag. Ook hebben we allerlei materialen verzameld die we kunnen gebruiken ter ondersteuning. Denk aan namaakgeld en een klok.’
‘We zijn nu aangekomen bij de werving van deelnemers voor de cursus, dat is nog best een uitdaging. Hoe bereiken we de juiste mensen en hoe ervaren ze het aanbod? We hebben een flyer laten maken, maar de werving moet een stap verder gaan. Daarom gaan we met andere organisaties zoals schuldhulpverlening in gesprek, over de doelgroep en hoe we kunnen samenwerken rondom gecijferdheid. Via die weg hopen we deelnemers ook te werven.’
Het cursusprogramma ‘Leer omgaan met tijd en geld’ wordt binnenkort ook beschikbaar gesteld voor andere bibliotheken. Houdt hier de website Gecijferdheidteltmee.nl voor in de gaten.
Hoe vanzelfsprekend is het werken aan gecijferdheid voor jullie geworden?
Ilse: ‘Toen ik net als taalhuiscoördinator begon, werd ik mij heel bewust van de hoeveelheid taal om mij heen. Overal zag ik briefjes en teksten met lange zinnen en ingewikkelde woorden. Het drong door van wat voor blokkades taalproblemen met zich mee kunnen brengen. Nu heb ik dat ook zo met gecijferdheid: overal zie ik schema’s, tijden en getallen. Dat levert problemen op voor mensen voor wie getalsmatige informatie abstract is. Als ik tegenwoordig aan samenwerkingspartners of in privé-situaties over mijn werk vertel, zeg ik dan ook standaard dat rekenen erbij hoort. Basisvaardigheden gaat over taal, rekenen en digitaal.’
Esther: ‘Vóór het project ‘Gecijferdheid Telt Mee’ was het meer iets dat bij schuldhulpverlening hoorde en werkten we rondom de Week van het Geld wel samen. Nu ik meer met het thema geconfronteerd wordt, denk ik er ook meer over na. Ik herken nu dus echt dingen in het dagelijks leven en zie signalen. Je leert bepaalde zaken op school en eigenlijk zie je dat je in de praktijk hele andere dingen nodig hebt. De vraag moet zijn: hoe gecijferd moet ik zijn in mijn eigen context, om de dagelijkse dingen te kunnen doen? Daar heb je veel meer aan dan het kunnen maken van moeilijke berekeningen. En dat is ook lastig voor ons: wat hebben mensen nodig, waar hebben ze echt wat aan? Daar gaat het om. Je hebt meer aan het kunnen toepassen in je eigen context, dan het sec leren.’
Welke tips hebben jullie voor andere bibliotheken die aan de slag willen met het thema gecijferdheid?
Ilse: ‘Wat ik soms nog moeilijk vind, is hoe je eenvoudig uitlegt wat gecijferdheid is en daarbij het woord ‘rekenen’ vermijdt. Ik merk dat dit beter gaat aan de hand van concrete voorbeelden van dagelijkse dingen. Voor partners neem ik in gesprekken bijvoorbeeld mee: het boekje ‘Het belang van rekenen en gecijferdheid in een leven lang ontwikkelen’, het cursusprogramma ‘Leer omgaan met tijd en geld’ en de praatplaten. Andere bibliotheken die hiermee aan de slag willen, kunnen dit (straks) vinden in de inspiratiebox op de website Gecijferdheidteltmee.nl.’
‘Je moet wel een lange adem hebben. Begin met het in kaart brengen van de dingen die je al binnen je bibliotheek doet die gecijferdheid raken; zoek naar aanknopingspunten. Ik kijk bijvoorbeeld wel eens naar de thema’s waar de taalgroepen mee bezig zijn. Dan zie ik dat het klokkijken ook wel eens een onderwerp is. Je moet dan alert zijn en denken: daar kan ook een gecijferdheidsvraag bij zitten. Denk ook aan je partners: met welke partners heb je al contact en hoe komen vraagstukken daar terug?’
Esther: ‘Peil ook de behoeften in jouw werkgebied en kijk naar wat voor soort vragen er binnenkomen, bijvoorbeeld bij het Informatiepunt Digitale Overheid (IDO) en binnen het (digi)Taalhuis. Denk bij partners ook aan scholen en ga na waar mensen die moeite hebben met gecijferdheid al komen. Verder wil nog benadrukken dat het project ‘Gecijferdheid telt mee’ een experiment is, bedoeld om te onderzoeken en te verkennen. Wij hebben met z’n allen nog niet op alle vragen een antwoord, maar dat is een zoektocht die we samen ondernemen.’
Meer informatie
Wil je op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen rondom het project ‘Gecijferdheid telt mee’? Meld je aan voor onze tweemaandelijkse special De Maatschappelijke Bibliotheek!