“De gemeente moet alle betrokken partijen rondom gezinsaanpak aan elkaar verbinden”

Blog Basisvaardigheden Educatie
Gepubliceerd op 06 januari 2025

Door Josja Pieterse

De gemeentelijke gezinsaanpak, hoe geef je die vorm? Over dit onderwerp gingen we op 19 november 2024 in gesprek tijdens de bijeenkomst ‘samenwerken binnen de gezinsaanpak’. Projectleiders van het project Gemeentelijke Gezinsaanpak Geletterdheid (GGG) Saskia ten Houten (Stichting Lezen en Schrijven) en Boudewijn van der Lecq (Stichting Lezen) vertellen over de laatste status van het project, hun observaties en ervaringen. Daarnaast geven Tessa Cuperus (Bibliotheek Rotterdam) en Ancella de Heer (Gemeente Rotterdam) een inkijkje in hun samenwerking.

Over de Gemeentelijke Gezinsaanpak

Om mee te kunnen doen in onze samenleving, is het belangrijk om taalvaardig te zijn. De basis van taalvaardigheid wordt gelegd in de vroege kindertijd. Een lokale netwerksamenwerking, aangestuurd door de gemeente, is de beste manier om gezinnen te bereiken. Het project Gemeentelijke Gezinsaanpak Geletterdheid (GGG) helpt gemeenten bij het nemen van die regierol, met de bibliotheek als kernpartner.

Dit project voeren initiatiefnemers Stichting Lezen, Stichting Lezen en Schrijven en de Koninklijke Bibliotheek uit in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. POI’s (dus ook Probiblio) hebben de afgelopen tijd gemeenten en bibliotheken begeleid bij het opzetten van een Theory of Change binnen dit project.

Ook voor bibliotheken die niet actief participeren binnen dit project is het raadzaam om aan te haken bij deze ontwikkeling. Wijs jouw gemeente op deze toolkit en bekijk praktijkvoorbeelden. Voor bibliotheken zelf zijn vooral deze pagina’s van belang: Advies Gezinsaanpak & Gezinsaanpak | Bnetwerk. Hiermee onderzoek je hoe je ervoor zorgt dat de gemeente de bibliotheek als serieuze partner ziet binnen de gezinsaanpak en hoe je een duurzame relatie met de gemeente opbouwt en in stand houdt.

Gemeente en Bibliotheek Rotterdam, kunnen jullie meer vertellen over jullie deelname aan het project gemeentelijke gezinsaanpak geletterdheid?

Tessa: “Wij deden mee in de ‘uitrolfase’ van dit project. Dat betekent dat we in een periode van een halfjaar het landelijk ontwikkelde stappenplan zijn gaan toetsen. Waar ook het opstellen van een Theory of Change onderdeel van was. De motivatie om mee te doen was dat het past bij het beleid van onze gemeente. Binnen mijn werk ligt de focus op taal en ontwikkeling. Daar zit ook de doelstelling in dat ouders leren om hun kinderen te stimuleren in hun ontwikkeling. En dit past weer bij de gezinsaanpak.”

Ancella: “De gezinsaanpak past goed bij de gemeente en de bibliotheek. We zagen deze pilot als kans en ook als stok achter de deur om met het vraagstuk aan de gang te gaan. Onze opdracht was om het landelijk ontwikkelde stappenplan te toetsen. In onze werkgroep zitten twee ambtenaren: de beleidsadviseur Taal (Tessa) en de beleidsadviseur Onderwijs, plus de specialisten educatie en basisvaardigheden vanuit de bibliotheek. We overleggen elke twee weken met elkaar. Naast onze gezamenlijke inzet zijn we natuurlijk ook intern bij onze eigen organisaties bezig met de gezinsaanpak.”

Wat zijn jullie concreet gaan doen?

Ancella: “We hebben allereerst een wijk gekozen in Rotterdam om tijdens de pilot aan deel te nemen, namelijk Crooswijk. We nodigden wijkpartners rondom gezinnen met jonge kinderen in deze wijk uit voor een aantal bijeenkomsten. Die uitnodiging hebben we breed verspreid. Bij de startbijeenkomst hebben we aandacht gehad voor het verhaal van de gezinsaanpak, waar hebben we het over en wat is de maatschappelijke opgave die we hebben? Het was aftasten hoe de partners hier in zouden staan en of zij deze urgentie ook voelden. Maar we merkten meteen dat het leefde, de urgentie van ons verhaal werd direct gevoeld. Hier waren organisaties bij als het jeugdwerk, het welzijn, de kinderopvang, de armoedeondersteuning en de organisatie Moeders van Rotterdam.”

“De tweede bijeenkomst in september werd georganiseerd als onderdeel van de week van lezen en schrijven. We willen dat de organisaties rond gezinnen dezelfde adviezen geven aan gezinnen, dezelfde boodschap uitdragen. Ook op het gebied van meertaligheid. Daarom stond dat thema centraal.”

“Vervolgens zijn we aangesloten bij een bijeenkomst van het lokale netwerk jonge kind. Daar was een logopedist, die adviezen gaf aan de professionals (aan de preventiekant). Ons verhaal over de curatie van laaggeletterdheid en de rol van de ouders sloot daar goed op aan. De vierde bijeenkomst hebben we, onder begeleiding van Probiblio, gewijd aan het centraal stellen van de belangen van alle betrokken partijen. Met alle partners zijn we in gesprek gegaan over de vragen: wat kom je brengen in deze netwerksamenwerking en wat kom je halen? Door dit uit te spreken wisten we van elkaar wat we konden verwachten. De energie en bereidwilligheid is groot en we vonden elkaar in de gezamenlijke ambitie.”

Wat waren de taken en rolverdelingen tussen de gemeente en bibliotheek?

Tessa: “Dat was niet meteen duidelijk en het uitvinden daarvan was onderdeel van de pilot. Soms vind ik dat nog steeds lastig. De gemeente heeft een coördinerende rol, we zijn de uitnodigende partij en zijn altijd aanwezig. De bibliotheek is de partner in de stad die veel partijen kent en programmering heeft. Het fijne aan onze werkgroep is dat deze geen hiërarchische taakverdeling heeft, ieders inbreng werd gelijk gewaardeerd.”

Ancella: “Er is geen directe subsidierelatie tussen onze afdeling en het beleidsterrein van Tessa. Ons taalhuis wordt niet gefinancierd uit de WEB-middelen. Dat maakt het praten met elkaar soms ook makkelijker.”

Josja Pieterse, Adviseur Educatie bij Probiblio, voegt toe: “Je bent een individueel persoon in de samenwerking, maar je hebt je hele organisatie achter je staan. Daar moet je je vragen en besluiten mee naar toe nemen. Het kan heel inzichtelijk zijn om te weten wat de structuur is van de organisatie van de ander.”

Tessa: “Dat leidt wel zeker tot inzichten. De gemeente Rotterdam is een grote organisatie. Ik zit op het beleidsterrein Taal, maar een andere collega heeft bijvoorbeeld de bibliotheek in de portefeuille. Dat valt ook weer onder een andere wethouder dan basisvaardigheden. De bibliotheek is weer heel anders georganiseerd. We kijken er allemaal anders tegenaan vanuit onze eigen organisatie. Om dat bij elkaar te brengen vergt goede gesprekken.”

Saskia en Boudewijn, jullie zijn hebben veel gemeenten en bibliotheken voorbij zien komen. Wat zijn jullie observaties?

Boudewijn: “Gemeenten verschillen enorm van elkaar. Soms heel groot, soms heel klein, soms veel kernen of juist maar één plaats. Het is onze opdracht om iets te ontwikkelen wat voor al die gemeenten bruikbaar is en dat is best een uitdaging! Een regiefunctie van de gemeente heb je niet meteen ontwikkeld, de gemeente moet iets ontwikkelen wat leidt tot uiteindelijke regie. De gemeente Haarlem heeft bijvoorbeeld aangegeven dat ze er 3 jaar over hebben gedaan om de regierol te gaan nemen. Er is bovendien geen definitie van wat de regierol zou moeten zijn. We hebben ook gemeentes gehad die zeggen: ‘wij hebben de regie en die geven we nu over aan de bibliotheek’. Ik ben het hier niet mee eens, de gemeente laat de bibliotheek in dat geval zwemmen! De gemeente moet de verantwoordelijkheid nemen om interne verbindingen te maken tussen de verschillende domeinen. Dat kan alleen de gemeente doen, externe partners hebben niet die mogelijkheid.”

Wat zijn elementen voor een goede invulling van de regiefunctie vanuit de gemeente?

Saskia: “Een belangrijk element van een goede invulling van de regiefunctie is dat je dit oppakt met 2 ambtenaren uit 2 verschillende domeinen. De doelstellingen die je hebt uit je lokale programma’s zoals VVE en de aanpak laaggeletterdheid verbind je aan elkaar. Wanneer dit stukje regie is opgepakt en de programma’s zijn verbonden, dan wordt je gesprek met partners hierover ook weer heel anders.”

In hoeverre worden gemeentes erop afgerekend als ze geen rol oppakken in de gemeentelijke gezinsaanpak geletterdheid?

Boudewijn: “Het is niet wettelijk verplicht voor gemeentes om hier een rol in te spelen. De VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) heeft geen uitvoerende rol in het project en fungeert vooral als communicatiekanaal. Omdat er geen wettelijke verplichting voor gemeenten lijkt te komen is hun rol ook wat beperkter.”

Saskia: “De WEB-gelden blijven echter wel bestaan en moeten door de gemeenten ingezet worden ten goede van basisvaardigheden. Dit is versoepeld ten opzichte van hoe het voorheen was, gemeenten krijgen nu meer vrijheid om de WEB-gelden naar eigen inzicht in te zetten, bijvoorbeeld voor de coördinatie van de gezinsaanpak. Onlangs is er een nieuwe handreiking opgeleverd over die bestedingsruimte.”

Ancella, wat voor rol vind jij passen bij de bibliotheek in dit project?

Ancella: “Wij weten als stedelijke partner heel goed wat er speelt op het vlak van de preventie en de curatie van laaggeletterdheid. We zijn een kennispartner en nemen hierin ook de ervaringen vanuit de deelnemers van onze activiteiten mee. Ik zie ons ook als een voorbeeld voor andere partners. Wij kunnen heel goed aangeven waarom wij het doorbreken van de cyclus van laaggeletterdheid belangrijk vinden en pakken hierin een stuk op vanuit onze eigen expertise. Partners kunnen dat ook vanuit hun eigen expertise doen. We zijn dus zowel uitvoerder als ambassadeur.”

Alle diensten van Probiblio voor jouw bibliotheek op een rij!!