De Maatschappelijke Bibliotheek spreekt met... Kees Hoogland
‘De angst voor rekenen zit heel diep’
Het beleid en de uitvoering van basisvaardigheden is vooral gericht op taalvaardigheid en nauwelijks op de rekenvaardigheid. Hoe komt dat? De Maatschappelijke Bibliotheek sprak erover met Dr. Kees Hoogland, één van de meest invloedrijke en meest radicale reken/wiskunde-onderwijsvernieuwers. Hij spreekt overigens liever van’gecijferdheid’: de verbinding van kennis, vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten die nodig zijn om om te gaan met de kwantitatieve kant van de wereld om je heen.
Lees de uitgebreide introductie van Kees Hoogland onderaan dit interview.
Er blijken meer laaggecijferden dan laaggeletterden te zijn!
“Gecijferdheid is waarschijnlijk de meest onderschatte hindernis voor veel volwassenen om optimaal te kunnen functioneren in onze hoog-technologische samenleving. Volgens het PIAAC-onderzoek zijn er zo’n anderhalf miljoen laaggecijferden in Nederland. Het gaat om mensen die de kennis en vaardigheden ontberen om gecijferdsheidssituaties adequaat het hoofd te bieden. Of om mensen die door negatieve schoolervaringen alles wat te maken heeft met rekenen, wiskunde en gecijferdheid vermijden en met angst bekijken. Dus ja, een zeer groot aantal volwassenen heeft moeite met geld, getallen, rekenen en het begrijpen en interpreteren van getalsmatige informatie.”
‘Gecijferdheid is waarschijnlijk de meest onderschatte hindernis in onze hoog-techologische samenleving. In Nederland zijn er zo’n anderhalf miljoen laaggecijferden die moeite hebben met geld, getallen, rekenen en het begrijpen en interpreteren van getalsmatige informatie.’
“In het rekenonderwijs is nog steeds sprake van een vrij extreme goed-fout cultuur. Iedereen is daar vanaf jonge leeftijd mee geconfronteerd. Ik ben ervan overtuigd dat veel van de gesignaleerde rekenproblemen van psychologische aard zijn, opgebouwd door plat rekenen in een cultuur die buiten de context van de echte wereld staat. In de volwassen wereld blijken heel veel mensen moeite te hebben met zelfs elementaire gecijferdheidsproblemen, zoals bijvoorbeeld met eenvoudige rekenopdrachten in quizzen. Het aantal mensen is zo groot, dat het ongeloofwaardig is om te spreken van louter cognitieve hindernissen. Zo moeilijk is rekenen nu ook weer niet!”
Toch zijn er in de uitwerking van het landelijk beleid ‘Tel mee met Taal’ weinig concrete voorstellen om het probleem aan te pakken.
“Gecijferdheid is inderdaad sterk onderbelicht, daarvoor is in het beleid veel meer gerichte aandacht en ontwikkeling nodig. Anno 2019 komt in de plannen rond ‘Tel mee met Taal’ de gecijferdheid er bekaaid vanaf. Volgens mij hebben beleidsmakers en ambtenaren zelf ook last van een soort ‘rekenbeleidsangst’. Ze hebben een beperkt beeld van wat er nodig is, waardoor ze er onvoldoende in slagen om het rekenprobleem aan te pakken.
“De aanpak in Engeland zou een goede inspiratie kunnen zijn voor Nederlands beleid. Daar kennen ze het programma ‘National Numeracy for everyone, for every life’ en hebben ze jaarlijks de ‘National Numeracy Day’ op 15 mei.”
Waarom gebruik je de term gecijferdheid en niet de term rekenen? Wat is het verschil?
“Zolang we het rekenen blijven noemen, verandert er de komende jaren niets. Mensen associëren rekenen namelijk teveel met sommen maken. Gecijferdheid gaat veel verder dan het plat uitvoeren van bewerkingen: het gaat juist om de verbinding met de werkelijkheid. Bijvoorbeeld: bij vermenigvuldigen gaat het niet om een som en het goede antwoord, maar om het herkennen van vermenigvuldigstructuren in bloemperken of stapelingen. En bij delen moet het niet gaan om de staartdeling, maar om verdeel- en uitdeelproblemen bij recepten, verhoudingen en medicatie. Gecijferdheid gaat dus over hogere-orde vaardigheden als problemen oplossen en spreekt ook de ‘soft skills’ van mensen aan.”
‘Mensen associëren rekenen teveel met sommen maken. Gecijferdheid gaat veel verder: het gaat om problemen oplossen en het spreekt ook de ‘soft skills’ van mensen aan.’
Welke problemen hangen samen met laaggecijferdheid?
“Grofweg zijn er drie grote probleemgebieden waarin laaggecijferdheid echt belemmerend werkt. Ten eerste: financiën, geld en wat daarmee samenhangt. Ten tweede: gezondheid, voeding, medicijnen en dan vooral alle kwantitatieve informatie daarover. En ten derde: digitale vaardigheden die mensen nodig hebben voor het begrijpen van post van instanties, op websites en in apps, zoals het begrijpen van tabellen, roosters, schema’s, formulieren, menu-structuren, diagrammen, reclames…”
Gaat het hierbij niet juist om digitale vaardigheden?
“Je kunt digitalisering niet los zien van gecijferdheid. Juist door digitalisering wordt steeds meer informatie schematisch, kwantitatief en heel compact gepresenteerd. Maar gecijferdheidssituaties zijn zo verweven met de dagelijkse situaties dat we problemen soms niet meer als zodanig herkennen. De problemen die mensen ervaren laten goed zien dat werken aan taal (geletterdheid), rekenen (gecijferdheid) en digitale vaardigheden met elkaar verband houden en ook het beste in samenhang aangepakt kunnen worden.”
‘Er zijn drie grote problemen op het gebied van laaggecijferdheid: financiën, gezondheid en digitale vaardigheden. De problemen die mensen ervaren laten goed zien dat taal, rekenen en digitale vaardigheden met elkaar samenhangen en ook het beste samen aangepakt kunnen worden.’
Kan de bibliotheek een goed rekenaanbod hebben en hoe zou dat eruit zien?
“Mijn ervaring is dat zeventig procent van de problematiek rondom rekenproblemen bij volwassenen psychologisch van aard is, en maar dertig procent cognitief. Mensen zijn echt met een flinke dosis rekenangst opgezadeld. Wat niet helpt, is het aanbieden van schoolse deficiëntie-toetsen, het maken van rijtjessommen, de basisschool laten herbeleven, gecijferdheid loskoppelen van de werkelijkheid en rekenangst verder aanwakkeren.
“Wat wel kan helpen, is het geven van vertrouwen en de eigen ervaringen en competenties als uitgangspunt nemen. De kwantitatieve kant van de wereld om ons heen leren zien en interpreteren, liefst met anderen. In dialoog proberen te begrijpen welke wereld achter getoonde getallen schuil gaat, wat er beoogd wordt met het weergeven in getallen, welke berekeningen schuilgaan achter conclusies of beweringen. Specifieke rekenondersteuning kan heel goed in kleinere praatgroepen: ‘Zeg met eigen woorden wat hier staat of vertel wat er bedoeld wordt’ of ‘Zeg in je eigen woorden wat deze grafiek wil aantonen’.”
‘Mensen zijn heel verschillend. Biedt ze daarom ook verschillende leerkansen aan. De bibliotheek lijkt me bij uitstek een fijne plek voor mensen om te starten. Het is prettig laagdrempelig en er gebeurt al veel op het gebied van taal en digitale vaardigheden.’
“Mensen zijn heel verschillend. Biedt ze daarom ook verschillende leerkansen aan. De bibliotheek lijkt me bij uitstek een fijne plek voor mensen om te starten. Het is prettig laagdrempelig en er gebeurt al veel op het gebied van taal en digitale vaardigheden. Ik hoorde via Probiblio over de cursus ‘Slimmer omgaan met geld’ in bibliotheek Maassluis. Tijdens het eerste deel van de bijeenkomst praten mensen met elkaar over problemen die ze ervaren. In het tweede deel werken ze aan hun eigen vaardigheden.”
In het Taalhuis worden laaggeletterdheid ondersteund door taalmaatjes. Is het wenselijk om mensen die problemen hebben met gecijferdheid ook door taal-, digi- of rekenmaatjes te ondersteunen?
“Het allerbelangrijkste is dat maatjes over empathie beschikken en gevoel voor getallen hebben. Veel mensen hebben last van ‘rekenangst’. Ik denk dat het bespreken van ervaren problemen rond getallen heel belangrijk is. Het gaat erom hoe iemand functioneert als het gaat om geld, getallen en kwantitatieve informatie. Het is dus van belang dat begeleiders, coaches en cursusaanbieders een scherp oog hebben voor de gecijferheidsaspecten van problemen die mensen ervaren.”
Meer over Kees Hoogland
Kees Hoogland heeft veel invloed op ons onderwijsbeleid en was betrokken bij allerlei vernieuwingen in binnen- en buitenland. Zo ontwikkelde hij materialen voor laagggecijferde volwassenen (ffLerenRekenen.nl) en adviseerde hij het ministerie van OCW bij het beleidsplan ‘Tel mee met Taal 2020-2024’. Internationaal is hij betrokken bij het maken van een ‘Common European Numeracy Framework’ en het ‘Programme for the International Assessment of Adult Competencies’ (PIAAC).
Hoogland is hoofddocent aan de Hogeschool Utrecht en onderzoeker binnen het lectoraat ‘Didactiek van Rekenen en Wiskunde in het Beroepsonderwijs’. Hij beheert de website Gecijferdheid.nl, over ervaringen met functioneel rekenen en praktische wiskunde voor po, vo, beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. Lees zijn introductie op gecijferdheid: ‘Het belang van rekenen en gecijferdheid in een leven lang leren’.