
De Third Place in de praktijk: Amare in Den Haag
Was je bij Probiblio’s Bibliotheekplaza vorig jaar, dan heb je gezien wat een veelzijdige plek Amare in Den Haag is. Een dynamisch cultureel centrum, gericht op inclusiviteit en ontmoeting. Amare Open faciliteert stadse initiatieven en gemeenschapsvorming. Actieve moderatie maken het een succesvolle third place. Directeur Leontien Wiering en architect Aat Vos vertellen wat (praktische) sleutels tot succes zijn.
It takes a library to raise a village’. Deze quote is een geparafraseerde uitspraak van architect Aat Vos. Op 21 januari spraken hij en Amare’s directeur Leontien Wiering bij Dans- en muziekpodium én Multifunctionele accommodatie (MFA) Amare in Den Haag voor een publiek van theaterprofessionals over de ‘third place’ en het theater.
Amare is sinds 3 jaar het culturele kloppend hart van Den Haag. Zeker niet iedereen was (en is) enthousiast. Het zou een heel duur gebouw zijn met gebreken, met een veel te hoge ambitie en ga zo maar door. Maar Amare kan nu met trots zeggen dat wat ze graag wilden, een huis voor de stad zijn, goed aan het lukken is. En dat komt niet alleen door de dynamiek tussen haar bewoners onderling en met het gebouw. Het residentieorkest en het NDT zitten op de tweede verdieping, het Koninklijk conservatorium op de derde verdieping en de School for Talent met scholieren van 10 tot 18 jaar op de vierde en vijfde verdieping (in totaal 700 studenten en scholieren) en daartussenin zweven twee fantastische concert- en theaterzalen, een brasserie en een stadskantine. Ze hebben een groot deel van dat succes en de synergie ook te danken aan Amare Open (zie kader).
Amare Open
Amare Open is het programma van Amare dat plaatsvindt op de begane grond en de eerste verdieping, in de vele vierkante meters aan publiek toegankelijke ruimte die je daar vindt. Op die verdiepingen moest het huis van de stad zich gaan manifesteren. In de eerste jaren bleek dit een flinke kluif. De synergie en samenwerking met de nieuwe bewoners en het ‘uitvinden’ van het gebouw (ze vonden overal publiek) slokten alle tijd op en het laten functioneren van de third place ging met veel hobbels gepaard. Maar nu is het succesvol, wat niet betekent dat het ook hier wel eens stil en/of rommelig is, maar ook dat hoort erbij.
De ambitie van Amare
Amare mocht geen plek worden die overdag dicht zou zijn, het moest een huis voor heel Den Haag zijn, een sociaal inclusieve plek. Dat is geen simpele opdracht. Een goede start is het halve werk en Amare begon met het programma ‘Mag ik even binnenkomen’. Alle medewerkers van Amare is gevraagd om de stad in te gaan en bij mensen op bezoek te gaan die ze niet kenden om te praten over wat zij zoal doen in hun vrije tijd. Dit leverde een schat aan informatie een grote betrokkenheid bij de medewerkers op.
Deze traditie houden ze 2 jaar later nog steeds vast; het Haagse bakkie is een vast onderdeel van het werk van de programmamakers. Er worden buiten de deur heel erg veel kopjes koffie met mensen gedronken. En nog steeds levert dit nieuwe bezoekers, ambassadeurs, samenwerkingspartners en actieve individuen op.
Architect
Modereren en cureren
Amare is open van 7.30 tot 22.00, het gebouw en het programma van Open Amare is gratis toegankelijk, elke dag gebeurt er iets en elke dag is het anders. In 2024 bestond Open Amare uit 570 geplande activiteiten en ontvingen ze 53.000 bezoekers. Er zijn doorlopend 2 beveiligers op de vloer (op sneakers) en eigenlijk vervullen zij de rol van community ambassadeur (ze praten met iedereen en iedereen kent ze). Het budget is 2 à 2,5 ton per jaar en dit geven ze uit aan inrichting, schoonmaak, energie en personeel.
“Een belangrijk deel van ons third place jaarbudget gaat naar beveiliging. We hebben de klok rond 2 beveiligers, zij heten iedereen welkom maar houden ook in de gaten dat mensen het gebouw niet voor alles gebruiken. In 2022 (het eerste jaar) leken we wel een daklozenopvang, dat leek eerst prima maar weerhield andere er ook van te komen. Nu hebben we een middenweg gevonden, maar dit was een moeilijk proces,” aldus Leontien.
De programmering van Amare Open kent drie sporen:
- 5% is top-down geprogrammeerd
- 80% komt voort uit initiatieven uit de stad
- 15% blijft vrij en flexibel
Eigenlijk is wat ze bij Open Amare doen community programmeren. Ze omschrijven het zelf zo: ”Wij modereren de ruimte, we faciliteren, koppelen mensen aan elkaar, zetten onze expertise in als het gaat om organiseren, maar de inhoud (de curatie) komt van de partners uit de stad.”“Onze succesfactoren zijn: gedeeld eigenaarschap, netwerkactivatie, sneeuwbaleffect, Haags bakkie en we zijn heel flexibel.”
Directeur Amare Den Haag
Verbinden ‘collectie’ en programmering
Amare’s impact omschrijven ze in de volgende opsomming: het beslechten van ‘hokjes’ (alle kunstkwaliteiten mogen er zijn, naast en door elkaar), grote openheid die door anderen wordt gezien en inspireert, empowerment, een groot en divers netwerk aan fans en adviseurs.
En natuurlijk is het ook de bedoeling dat het Open Amare programma voor een nieuwe aanwas van publiek zorgt voor de vaste programmering (de ccollectie, zou je kunnen zeggen). Ze lijken dit vooral te beschouwen als positieve bijvangst – meer publiek voor het vaste programma. Amare stimuleert dit vooral door slim te combineren gericht op doelgroepen en thema’s. Zitten er 2 kindervoorstellingen in het vaste programma in een weekend, dan verzamelen de programmamakers kinderinitiatieven uit het Open Amare programma in datzelfde weekend. Datzelfde kan je doen rond het thema Zuid-Amerikaanse dans, bijvoorbeeld. Ze modereren daarmee de vrije ruimte (dingen gebeuren tegelijkertijd vanuit een plan).
Dit doet iets met de beleving van het gebouw en daarmee het bezoek en stelt mensen vanuit 2 perspectieven bloot aan wat er nog meer kan bij Amare.
Dit zijn de bouwstenen van een third place, die Aat Vos ook benadrukt:
- Toegankelijk: Een third place moet zichtbaar zijn, makkelijk bereikbaar en dichtbij zijn, makkelijk te navigeren zijn, gratis toegankelijk zijn, een prettig verblijfplaats zijn en lang open zijn.
- Bruikbaar: In een third place moeten functies makkelijk mengen, de ruimte moet flexibel zijn.
- Veilige haven: de ruimte moet bescherming bieden, comfortabel, informeel en bekend zijn.
- Mentale impact: er zijn is een belevenis, je identiteit staat centraal, je kan er de tijd vergeten en interacteren.
- Community: organiseren van ontmoeting, eigenaarschap, je wordt er voor dingen uitgenodigd maar kan er ook zelf iets organiseren.
- Persoonlijke ontwikkeling: je doet er vaardigheden op, je wisselt kennis uit, je kan er persoonlijk groeien.

Géén hobbyproject: de third place en Social Return on investment
Aat Vos nam de tijd om de toehoorders, met name theatermensen, mee te nemen in het verhaal van de third place en noemde natuurlijk verschillende bibliotheken. De kern van zijn verhaal ging echter over het toenemende meetbare bewijs dat een goede Third place enorme impact heeft op welzijn, tevredenheid en levenskwaliteit in een gemeenschap.
Hij besprak kort het social return on investment (SROI) van een third place. Het SROI meet de sociale impact van een project of organisatie in financiële termen. In Suffolk heeft de bibliotheek de SROI uitgerekend en de uitkomst was dat elke pond die er in de bibliotheek werd gestopt 6,07 pond opleverde. Bij leestips hieronder vind meer informatie over SROI.
Een laatste tip van Aat: “Een third place komt pas echt en goed tot leven wanneer deze wordt gemodereerd. Dit is cruciaal in combinatie met het betrekken van de sleutelfiguren uit de lokale maatschappij.”
Hoofd programma Amare