
“Digitale toegankelijkheid: een flinke klus maar essentieel”
Iedereen is welkom in de bibliotheek. Zowel in de vestiging als online. Helaas zijn veel digitale diensten (zoals websites en apps) niet toegankelijk voor iedereen (25% van de Nederlanders). In de wetgeving is al een aantal jaar vastgelegd dat overheidsinstanties moeten werken aan digitale toegankelijkheid. Bibliotheken IJmond Noord, Rijn en Venen en AanZet hebben al flinke stappen gezet en vertellen er in dit interview meer over.
Aan het woord zijn:
- Angela Bettink, Bibliotheek IJmond Noord, Medewerker Marketing en Communicatie
- Marijke de Wal, Bibliotheek Rijn en Venen, Coördinator Communicatie & Fondsenwerving
- Rutger Schönfeld, Bibliotheek AanZet, Medewerker Productontwikkeling /Innovatie en Digitale Media
Wat staat er in de wetgeving?
De bestaande wetgeving en ontwikkeling die eraan zit te komen maakt het een belangrijk en urgent thema.
Overheidsorganisaties moeten hun websites en apps toegankelijk maken en houden. En ze moeten voor al die websites en apps verklaringen publiceren. Dat staat in de wet voor digitale toegankelijkheid: het Besluit digitale toegankelijkheid overheid. In een toegankelijkheidsverklaring wordt aangegeven wat de status van die website is, hierbij heb je status A tot en met E, waarbij A volledig voldoet en er bij status E nog veel werk aan de winkel is. Vanaf status C voldoe je aan de wet, maar dien je binnen zes maanden verbeteringen door te voeren.
Meer weten over de wetgeving? Lees het allemaal op de website van Digitoegankelijk.
Weten wat dat voor jou als bibliotheek betekent? Lees hier meer.
Hoe zijn jullie met digitale toegankelijkheid van start gegaan?
Angela: “Zelf ben ik ruim 2 jaar werkzaam bij Bibliotheek IJmond Noord en ik begon met het volgen van de interessante webinars van Probiblio over dit onderwerp, om zo zelf ook de nodige kennis te hebben wat er te doen staat.”
Marijke: “Naar aanleiding van de webinars van Probiblio en de trainingen van de KB over digitale toegankelijkheid van de website heb ik dit onderwerp op de agenda gezet bij Communicatie (mijn team). Aangezien ik binnen ons team op dit moment eindverantwoordelijke ben voor de website, hoefde ik alleen mezelf te overtuigen van de urgentie. En dat was zo gebeurd!”
Welke stappen hebben jullie gezet?
Angela: “Het MT is geïnformeerd en uiteraard ook alle collega’s. Er is een stappenplan gemaakt en in Excel zijn hebben we alle websitepagina’s genoemd en daarvan aangegeven wat de status is: is die nog relevant, moet die – met kennis over digitale toegankelijkheid – worden geupdatet of is hij in orde? Met handige software checken we deze pagina’s (zoals heatmaps in Matomo, PDF-checks en headingsMap). Veel PDF’s zijn al verdwenen of omgezet in webpagina’s, zoals ons scholenprogramma. Met handige formulieren kunnen scholen zich meteen aanmelden, in plaats van de PDF te downloaden.”
Marijke: “We hebben het MT geïnformeerd over het onderwerp, de verplichtingen hierin en de geplande werkwijze. Ook hebben we onze procescoördinator erbij betrokken. Binnen het team hebben we een planning gemaakt, van het bijwerken van de boomstructuur van de website (het bestand waarin de complete website staat beschreven, dus het allereerste begin) tot aan de oplevering voor de audit (ten behoeve van de toegankelijkheidsverklaring, red.). Alle stappen daartussen maken deel uit van de tijdlijn van het proces.”
Rutger: “We hebben inmiddels 38 van de 50 criteriapunten die nodig zijn voor een B-status op orde. We zijn in 2023 gestegen van 32 naar 38 punten door veel zaken te laten oplossen door ons developerteam (Hoppinger). We merken dat de laatste 12 punten extra druk op de organisatie leggen; alle afbeeldingen, PDF’s en video’s moeten namelijk ook digitoegankelijk zijn. Dat vereist extra geld, aandacht, capaciteit en opleiding van onze medewerkers.”
Hoe werk je aan intern draakvlak?
Angela: “Via ons interne communicatiekanaal houden we collega’s op de hoogte. Deze berichten zijn voorzien van een topic, zodat je eenvoudig terug kunt lezen wat er is gedaan. Door collega’s te laten zien wat het verschil is en door aan te geven waarom we het doen is er draagvlak ontstaan.”
Marijke: “Dat hebben we vooraf geregeld door in gesprek te gaan met het MT en de procescoördinator. Op het moment dat duidelijk werd dat dit hoog op de (onze) agenda stond, was het draagvlak geregeld.”
Wat zijn jullie sterkste leermomenten geweest?
Angela: “Dat het best een flinke klus is, maar wanneer er een onderdeel af is, geeft dat wel voldoening.”
Marijke: “Leren tijdens het doen; tijdens het proces kom je dingen tegen, die je misschien niet van tevoren had bedacht. Bijvoorbeeld dat de ene collega meer tijd heeft voor de uitvoering van de taken dan de ander, of dat bepaalde stappen in het proces meer tijd kosten dan gepland. Dit hebben we altijd kunnen opvangen en is zodoende nooit een groot probleem geweest. Vooral ook omdat we hierin zelfsturend waren. We hebben onze eigen deadline gesteld en deze, met een realistische planning, ook gehaald.”
Rutger: “De grootste les die we hebben geleerd is dat door ermee bezig te zijn, je automatisch beroepsdeformatie meekrijgt die van pas komt bij ook niet-digitale zaken. Laatst zag ik bijvoorbeeld een collega bezig zijn met een poster waarbij ze witte letters op een gele achtergrond had geplaatst. Door het bezig zijn met digitoegankelijkheid zie je meteen het slechte contrast en corrigeer je het. Ook bij het bezoeken van een publieke website, druk ik vaak automatisch op de tabtoets om te kijken of ik met een toetsenbord ook gemakkelijk de website kan besturen. Het maakt je scherper m.b.t. de wereld om je heen en leert je goed op te letten.”
Voor bibliotheken die nog aan het beginpunt staan, heb je een tip?
Angela: “Wees niet bang om afscheid te nemen van webpagina’s of bestanden als je aan kunt tonen dat de informatie elders staat of totaal niet gebruikt wordt.”
Marijke: “Gewoon beginnen! En als je niet de tijd of mankracht hebt of denkt te hebben: even in overleg over hoe je die kunt krijgen.”
Rutger: “Het is handig om één persoon chef digitoegankelijkheid te maken (onofficieel) binnen je organisatie. Deze dient zich te verdiepen in de materie, het onderzoek aan te vragen en de publicatie af te ronden. Digitoegankelijkheid is zoiets als duurzaamheid, in de meeste bibliotheekorganisaties is er niemand voor verantwoordelijk en dus wordt het door niemand opgepakt. Wijs dus één persoon aan die er passie voor kan ontwikkelen en de rest volgt vanzelf.”
Webinar: 13 mei
Wil je leren van andere bibliotheken of hen een vraag stellen? Dat kan op 13/5 tijdens het webinar ‘Digitale toegankelijkheid en leren van elkaar’. Tip: dit webinar is interessant voor starters én voor gevorderden op het gebied van digitale toegankelijkheid.
Meld je aan