Netwerkbijeenkomst Zuid-Holland geeft inzichten voor meer digitale inclusie in onze gemeenten
De afgelopen twee jaar zijn er ruim 53 Informatiepunten Digitale Overheid (IDO’s) in Zuid-Hollandse bibliotheken ingericht. Hier kunnen mensen terecht met vragen over het gebruik van digitale overheidsdiensten. Op 8 september 2022 gingen vertegenwoordigers van gemeenten, bibliotheken, de provincie Zuid-Holland en Probiblio hierover in gesprek, onder leiding van presentator Joost Hoebink. Wat is de rol van de bibliotheek bij het ondersteunen van kwetsbare burgers bij de omgang met de digitale overheid? En hoe verloopt de samenwerking met gemeenten? We delen hier de belangrijkste inzichten.
De Netwerkbijeenkomst Zuid-Holland vond plaats in CulturA&Zo, de vestiging van Bibliotheek Oostland in Nootdorp. We openden met onderstaande filmpje, gemaakt voor de landelijke en regionale IDO-campagne in oktober gericht op ouderen. Je vindt de toolkit met materialen van de provinciale campagne op de portal Landelijke huisstijl.
Frederik Zevenbergen (Gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland) en Frans Bergfeld (directeur-bestuurder Probiblio) heetten vervolgens iedereen welkom. Frederik vatte direct de kern samen: “De bibliotheek is als baken van rust, veiligheid en onafhankelijkheid de ideale plek om mensen te helpen digitaal vaardig te worden.”
Presentatie Nicole Goedhart
Daarna was het woord aan Nicole Goedhart, onderzoeker bij de afdeling Ethiek, Recht en Humaniora van het Amsterdam UMC. Zij doet onderzoek naar digitale ongelijkheid en brengt daarbij burgers die leven in kwetsbare omstandigheden, vrijwilligers, professionals en beleidsmakers bij elkaar. Samen bedenken ze innovatieve oplossingen hoe iedereen kan (blijven) deelnemen in de digitaliserende maatschappij.
In haar presentatie beklemtoonde Nicole Goedhart dat digitale ongelijkheid een complex probleem is. Overheidsbeleid richt zich vaak alleen op het gebrek aan digitale vaardigheden of middelen. Maar digitale ongelijkheid is een combinatie van maatschappelijke verschillen, zoals inkomen, positie op de arbeidsmarkt, opleiding, taalvaardigheid, sociale relaties, gezondheid, leeftijd en afkomst. Dit leidt tot een vicieuze cirkel: maatschappelijke ongelijkheid > digitale ongelijkheid > maatschappelijke ongelijkheid. Naar schatting gaat het hierbij om 2,5 tot 4 miljoen Nederlanders.
Nicole Goedhart benoemde enkele wegwijzers voor de toekomst:
- Zorg voor structurele kennisuitwisseling tussen lokale partijen, zowel formele als informele, zodat zij elkaar kunnen versterken en naar elkaar kunnen doorverwijzen.
- Ontwerp niet louter ‘van achter een bureau’, maar betrek ervaringsdeskundigen bij het maken en uitvoeren van beleid. Zorg als gemeente bijvoorbeeld dat Communicatie en ICT samen met hen middelen ontwikkelen, zodat deze aansluiten bij de leefwereld en behoeften van mensen in kwetsbare omstandigheden.
- Van belang is ook dat er ‘offline’ alternatieven beschikbaar blijven. Het verdwijnen van loketten verdiept de kloof.
- In iedere stad en in elk dorp moeten plekken zijn waar mensen terechtkunnen met vragen. Plekken waar zij zich veilig en welkom voelen, omdat mensen zich vaak schamen en privacy een grote rol speelt. Voor de een is dit de kerk of de moskee, voor de ander de bibliotheek of het buurthuis.
Panelgesprek
Na de pauze gingen Nicole Goedhart, Frederik Zevenbergen en Frans Bergfeld in gesprek met Myrthe Rensen (adviseur basisvaardigheden Bibliotheek Rotterdam), Victor Thissen (directeur-bestuurder van De Boekenberg en Bibliotheek Zuid-Hollandse Delta) en Titia Cnossen (wethouder Gemeente Lansingerland).
- Het voornemen is om de voorzetting van de subsidie voor het IDO op zijn vroegst per 1 januari 2023 via gemeentes aan bibliotheken te laten uitkeren. Frans Bergfeld benadrukte dat de bibliotheken in de afgelopen jaren een robuust netwerk van IDO’s hebben opgezet, ondersteund door landelijke en provinciale bibliotheekinstellingen, en bemensd door geschoolde medewerkers. Dat is een groot voordeel ten opzichte van andere sectoren.
- Het beleid rond digitale inclusie maakt het extra belangrijk om lokaal de waarde van de bibliotheek permanent onder de aandacht te houden. Advies aan bibliotheken: ga nu al het gesprek aan met de bestuurder van jouw gemeente(n) om te bespreken hoe de IDO-gelden goed kunnen worden besteed. Het is van belang dat bibliotheken en gemeenten de samenwerking bestendigen en continueren.
- Een ruime meerderheid (70%) zegt ‘ja’ op de vraag ‘Is de bibliotheek de beste plek voor het IDO?’ De bibliotheek is laagdrempelig en lang open. Daarbij geldt dat het IDO niet per se in een bibliotheek gevestigd hoeft te zijn, voor sommigen is het buurt- of dorpshuis misschien nog laagdrempeliger. Ga ‘naar buiten’ en kijk waar de hulp het beste belegd kan worden. De bibliotheek werkt bovendien vaak al samen met deze partijen. De meeste aanwezigen vinden wel dat de bibliotheken de regie moeten houden.
- Bijna iedereen is van mening dat er bij de overheden iets moet veranderen, als 4 miljoen mensen moeite hebben met de manier waarop de overheden (digitaal) communiceren met burgers. Ook hier komt naar voren dat offline alternatieven en aanwezigheid ‘op de vloer’ van groot belang zijn. Ook zullen websites veel meer in samenspraak met de doelgroep ontworpen moeten worden. Ga naar de werkvloer en test of iets daadwerkelijk werkt. Frans Bergfeld wees erop dat ook bij bibliotheken nog verbeteringen mogelijk zijn: “Hoe vaak moet je doorklikken op een website, als je lid wilt worden?”
- De aanwezigen benadrukken ook het belang van samenwerking met partners. Bij CulturA&Zo organiseert de bibliotheek nooit iets alleen, maar altijd samen met anderen. En in Rotterdam komt alles bij elkaar op het Ontwikkelplein, waar allerlei partners spreekuur houden.
- Mede onder invloed van de coronacrisis (installeren CoronaCheckApp, het aanvragen van een DigiD) is het werk van de medewerkers van de IDO’s verandert van ‘informeren en doorverwijzen’ naar ‘helpen’. Daarmee is de kwestie van privacy nadrukkelijk in beeld gekomen. Inloggen is bijvoorbeeld moeilijker geworden doordat two- of multi-factor authentification vereist dat een gebruiker over meerdere apparaten beschikt. Hierdoor kan de digitale kloof zich verdiepen.
- Veel mensen, ook bij gemeenten, weten nog onvoldoende over het IDO. Lokaal kan het helpen als gemeentelijke zaken worden toegevoegd aan het IDO. Een belangrijke toevoeging vanuit de zaal: “Koppel de ervaringen bij het IDO terug. Vertel overheidsinstanties wat je tegenkomt, zodat zij daarmee hun (digitale) communicatie kunnen verbeteren.”
Bekijk de foto’s, gemaakt door Pascal Striebel (wachtwoord: pn8)
Online vervolg op 24 november
Op 24 november 2022 van 10.30 tot 12.00 uur volgt een verdiepingssessie over het onderwerp ‘Samenwerking rond digitale inclusie’. Via een livestream ontvangt Joost Hoebink bibliotheekdirecteuren, gedeputeerden en wethouders uit Noord- en Zuid-Hollland. Bibliotheken en gemeenten ontvangen in september een uitnodiging.