
Non-fictie en fictie door elkaar: “Kinderen ontdekken nieuwe boeken”
Bij DOK Delft staan de non-fictie en de fictieboeken door elkaar. De uitleningen van de non-fictieboeken zijn als gevolg hiervan (en het herinrichten van de thema’s) met 30 tot 35% gestegen. Tineke was als adjunct-directeur de aanjager en Tamara werkte als specialist met deze collectie. Tamara en Tineke vertellen over de nieuwe indeling van de jeugdcollectie.
Tamara en Tineke werken allebei inmiddels ergens anders.
Hoe is dit gestart?
Tineke: “In 2018 was er een hele grote verbouwing bij DOK en ik stoorde mij al heel lang aan het indelen van de jeugdcollectie op alfabet. De thema’s waren containerbegrippen en gericht op kinderen die al weten wat voor boek ze willen. Terwijl de meeste kinderen bij de bibliotheek komen om iets te ontdekken, of een boek komen lezen dat een ander kind ook heeft gelezen. Ik dacht: laten we het eens aan de kinderen vragen.”
“We lieten kinderen zich opgeven om DOK designer te worden. Een van de vragen die we stelden was: hebben je ouders je opgegeven? Als het antwoord ja was dan ging het kind op het back-upstapeltje. Intrinsieke motivatie was heel belangrijk. Zo hielden we een diverse groep van 20 kinderen over. Met deze groep zijn we naar de collectie gaan kijken. Al heel snel werd het onderscheid tussen fictie- en non-fictieboeken opgeheven. Kinderen bleken helemaal niet bezig te zijn met dit onderscheid! Ook was de eerdere focus op fictie niet effectief voor jongens, die vaker non-fictie lezen.”
“Hierna zijn we begonnen met de thema’s. Op een geven moment hadden ze 59 thema’s bedacht. Ik dacht: o help, wat moet ik daarmee? Toen kwamen de kinderen met de oplossing van de slang. Ze maakten de thema’s aan elkaar vast in een route. Zo konden ze van hun laatst gelezen boek naar een volgend boek ‘springen’ in de route. De kinderen hadden één wens voor de namen van de route: het moest ze niet aan school doen denken. Geschiedenis werd bijvoorbeeld ‘heel lang geleden’ en ‘lang geleden’. De kinderen van het back-upstapeltje hebben de nieuwe route getest. Zij wisten feilloos hun weg te vinden!”
Heb je een voorbeeld van een thema?
Tamara: “Thema’s mogen maximaal 250 boeken hebben. Een voorbeeld is magie. Er verschijnen veel boeken die bij dat thema passen, dus hebben we boeken over fabeldieren in een apart thema gezet. Een ander voorbeeld is dat binnen ‘emoties’ het thema ‘anders zijn’ stond. Hier stonden boeken tussen over bijvoorbeeld homoseksualiteit, autisme of hoogbegaafdheid. We vonden dat dit soort boeken daardoor te veel in een hokje werden gezet, en dat is niet goed. Deze boeken zijn toen verspreid over andere thema’s. Bijvoorbeeld het boek over homoseksualiteit bij het thema ‘liefde’. Je kunt er heel makkelijk een thema tussenuit halen of een nieuw thema plaatsen en daardoor goed inspelen op de actualiteit.”
Tineke: “De thema’s hebben helemaal geen ordening. De enige ordening is dat je lees- en informatieve boeken op onderwerp bij elkaar zet. Het vraagt dus meer van je opruimers en uitleenmedewerkers.”
Tamara: “De eerste vraag die je terugkrijgt van een bibliothecaris is: mag het binnen een thema wel op alfabet? Maar dat is helemaal niet het doel van het op thema ordenen. Het doel is juist het ontdekken van nieuwe boeken door kinderen. En iedere keer als een kind terugkomt bij die kast, staat het net anders, waardoor kinderen getriggerd worden om een ander onderwerp te kiezen. Qua Young Adult is het nog wel zoeken, omdat het aanbod daarvoor nog niet heel groot is, terwijl de vraag er wel is. Deze boeken moeten tussen de volwassenboeken gezocht worden nu.”
Adjunct-directeur DOK Delft

Merk je dat kinderen verrast worden?
Tamara: “Belangrijk daarvoor is dat boeken soms verspreid worden over verschillende thema’s. Zo hadden we een boek over paarden, maar het ging ook over een game. Deze hebben we niet bij dieren op het platteland geplaatst, maar bij techniek. De volgende keer kan een kind dus van games door naar dieren op het platteland.”
Hoe denk je dat het komt dat de uitleningen gestegen zijn van de informatieve collectie?
Tineke: “Doordat het door elkaar staat, wordt je veel sneller getriggerd om een informatief boek te pakken. Het lenen van een informatief boek is niet meer gekoppeld aan spreekbeurten of werkstukken, maar veel meer aan leesplezier. Je hebt daarnaast ook zulke mooie verhalende informatieve boeken tegenwoordig. En ook zie je dat jongens ook makkelijker het informatieve boek pakken.”
En bij volwassenen?
Tineke: “Mijn laatste klus bij DOK was om de volwassencollectie ook op thema te plaatsen. Dat riep veel meer weerstand op, maar het was wel veel logischer.”
Tamara: “Het vraagt een andere manier van zoeken en stelt verrassing boven de snelheid waarmee iemand een boek vindt.”
“We waren daarnaast bezig om er programmering aan te koppelen. Programmering en collectie kreeg op die manier veel meer binding met elkaar, doordat de thema’s van de collectie aansluiten bij de thema’s van programmering. Het kan ook andersom; dat je rond een thema programmeert en dat thema binnen de collectie uitlicht.”

En specifieke collectie zoals reisgidsen?
Tineke, lachend: “Daar heb ik wel een visie op. Je hebt het thema landen. Dat zijn bijna alleen reisgidsen. Terwijl je hele mooie boeken hebt over landen. Moet je dan de klant bedienen die ook bij de ANWB-winkel een reisgids kan kopen of moet je laten zien wat voor mooie collectie er is over een bepaald land. Fictie en non-fictie door elkaar is misschien een stap te ver, maar het zou wel mooi zijn.”
Tamara: “Moet je de focus volledig op uitleencijfers hebben of ook de wereld verbreden? Waar richt je je op?”
Wat zien jullie als toekomst van de non-fictiecollectie?
Tineke: “Als we niks doen verdwijnt deze, dus er moet wat veranderen. Ik vind de koppeling van non-fictieboeken aan podcasts een gouden kans voor de collectie. Uiteindelijk is het ideaal dat we het niet meer over het onderscheid hebben, het is gewoon een boek. Om dit te borgen heb je vakkennis nodig bij de frontoffice. Bij DOK hebben we dit opgenomen in de ontwikkelplannen. Mijn droom is dat er ruimte voor de frontofficemedewerkers is om boeken te lezen tijdens hun werkuren.”
Wil je meer weten over hoe het er nu voor staat met de jeugdcollectie van DOK Delft? In het volgende interview over dit thema lees je er meer over!